Wie bijklust naast zijn betaalde baan, kan de opbrengst opgeven als resultaat uit overige werkzaamheden of uit winst uit onderneming. Dat laatste is meer gedoe, maar fiscaal gunstiger.
Ben ik nu ondernemer of niet? Veel mensen die naast een vaste baan bijklussen, vragen zich het af.
Of je een ondernemer bent, is in zekere zin een keuze. Er zijn wel criteria, zoals je kunt vinden op de site van de Belastingdienst, maar kneiterhard zijn die niet. Belangrijkste voorwaarden zijn dat je ondernemersrisico loopt, winst maakt of gaat maken, en dat je (zicht hebt op) meerdere opdrachtgevers. Als je daaraan voldoet, heb je grote kans dat je je ondernemer mag noemen.
Waarom zou je ondernemer willen zijn?
Wie minder dan 1.225 uur per jaar aan zijn onderneming besteedt, het zogenaamde urencriterium, verliest het recht op de zelfstandigenaftrek van 7.280 euro. Dat geldt ook voor de Startersaftrek van 2.123 euro.
Als je niet verwacht dat je aan het urencriterium voldoet, waarom zou je je dan nog als ondernemer beschouwen en inschrijven bij de Kamer van Koophandel?
Er zijn goede redenen om het niet te doen. Als ondernemer moet je een administratie bijhouden, bijvoorbeeld. Als je resultaat uit overige werkzaamheden geniet, hoeft dat niet. Het enige wat je hoeft te doen, is je bonnetjes te bewaren als je kosten die je maakt wilt aftrekken van de opbrengst.
Fiscaal gezien, is het echter wel handig om als het enigszins mogelijk is jouw activiteiten naast je vaste baan te zien als een onderneming. Je hebt namelijk wél recht op de mkb-winstvrijstelling van 14 procent, waardoor het resultaat maximaal met 44,7 procent ( (100-14)*0,52 ) wordt belast in plaats van met 52 procent. Dat scheelt op een paar duizend euro aan opbrengt al honderden euro's.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl